Samen kan leven meer betekenen


Weg met de schone schijn

23-06-2007 12:00

 

‘Carte blanche’ stappen Jan-Willem en Marjon Bosman in 1989 in het huwelijksbootje. De roze wolken veranderen al snel in donkere buien van conflicten en onzekerheid. Maar er zijn ook wonderlijke ontdekkingen. Langzaam wordt Gods bedoeling met hun relatie duidelijk.


Door Bram Waagmeester


Geregeld kijken ze elkaar aan tijdens het gesprek. Om vervolgens in lachen uit te barsten. Een willekeurige bezoeker zou niet vermoeden dat Jan-Willem en Marjon ook hun moeilijke tijden hebben gekend. Maar als de blikken weer even ernstig worden, blijkt dat er wel degelijk momenten zijn geweest dat hun relatie aan een zijden draadje bungelde.
,,Ogenschijnlijk waren we een happy couple’’, vertelt Jan-Willem. ,,In onze verkeringstijd waren we allebei actief in onze kerkelijke gemeente, we zaten samen in het bestuur van de jeugdvereniging...’’ ,,...hadden geen gemeenschap voor het huwelijk, waren verloofd. Heel netjes allemaal’’, vult Marjon aan. ,,Een voorbeeldkoppel’’, lacht Jan-Willem. ,,Jong, het gezicht van de jeugdvereniging. We zagen er leuk uit, hadden altijd in de kerk gezeten en waren altijd actief geweest.’’
Maar achter de ‘vrome’ maskers van de jonge jv’ers ging een berg met vragen schuil, zo bleek later. Vragen over geloof, de toekomst en elkaar. Marjon herinnert zich nog het moment dat ze hun eerste huis gingen bekijken, hun aangeboden door kennissen. ,,Ik zie ons nog zitten in de achtertuin, zo van: nou, zullen we dan maar trouwen? Een romantisch huwelijksaanzoek kan ik me niet herinneren.’’
,,Volgens mij hadden we een gesprek over de uitzet’’, memoreert Jan-Willem. ,,Inhoudelijk hebben we er van tevoren in elk geval niet veel over gesproken. Voor mij was het een soort logica om met elkaar te trouwen. Marjon had een baan, we hadden een huis. Er was niet veel dat ons nog tegenhield.’’
Hun huwelijksvoorbereiding stelde dan ook niet veel voor. ,,Een gesprek van een halfuurtje met de predikant over de trouwtekst’’, herinnert Jan-Willem zich. ,,Over seks werd met geen woord gesproken, wel of we nagedacht hadden over het krijgen van kinderen.’’ Dat hadden ze. Maar over de inhoud van het huwelijk werd nauwelijks gesproken. Marjon: ,,Mijn beeld van trouwen was heel romantisch. Gezellig samen, huisje, boompje, beestje. Een heel burgerlijk gebeuren.’’

Onbehaaglijk
De eerste jaren waren niet gemakkelijk, erkennen ze beiden. Jan-Willem: ,,We merkten al snel dat we allebei heel verschillende verwachtingen hadden. Omdat we allebei behoorlijk extravert zijn, leverde dat geregeld botsingen op.’’ Hij haalt diep adem, om openhartig het gesprek te vervolgen: ,,Ook op seksueel gebied ging het in het begin helemaal niet goed. We konden er niet van genieten.’’ Marjon: ,,Dat was vooral van jouw kant. Bij mij overheerste de gedachte: zolang we er niet over praten, is er geen probleem.’’
,,We kenden elkaars talen ook helemaal niet’’, gaat Jan-Willem verder. ,,Ik denk dat we niet onder woorden konden brengen waarom het niet klikte.’’ Marjon knikt instemmend: ,,Ik wist ook helemaal niets over jongens - wat mannen fijn vinden, wat hun verwachtingen zijn.’’
Door het uitblijven van een goede vrijpartij nam de frustratie bij Jan-Willem toe. ,,Bij mij groeide een onbehaaglijk gevoel. Ik had er vrij hoge verwachtingen van: nu mag alles en dat gaat vast geweldig! Maar dat bleek dus niet zo te zijn. Ik voelde me daarin niet normaal en dacht: we hebben het niet getroffen. Ik wil te veel en zij te weinig. Geregeld speelde bij mij de vraag door mijn hoofd: horen we eigenlijk wel bij elkaar?’’
Marjon daarentegen voelde zich geïsoleerd en onbegrepen. ,,Ik dacht dat er iets met mij niet in orde was. Ik voelde me alleen en verdrietig en dacht dat ik de enige was die met dit probleem worstelde. Ik voelde wel aan dat het niet normaal was als je niet met elkaar naar bed wilt. Maar zo beleefde ik het op dat moment: ik vond er gewoon niets aan.’’
 
Bonje
Niet alleen op het gebied van seksualiteit waren er strubbelingen. Ook over de verdeling van werk, het doen van de administratie en over het huishouden bleken er stevige verschillen van mening te zijn. Marjon: ,,Ik was heel gemakkelijk met opruimen. Als het ‘glad’ was, vond ik het wel goed.’’ Jan-Willem grinnikt als hij zich de situatie voor de geest haalt: ,,Ik ging met mijn vingers over het stopcontact om te controleren of er nog stof op zat.’’ Marjon: ,,Het was niet eens bewust controleren, maar hij zag alles. Ik zag dat niet, vond dat ook niet belangrijk. Dat was iets waar we in het begin elke keer bonje over hadden.’’
En dan was er nog de opvoeding. ,,Marjon had al gewerkt en was blij dat ze thuis kon zijn met de kinderen’’, vertelt Jan-Willem. ,,Ik wilde ook graag kinderen, maar zat meer met mijn gedachten bij mijn werk. Ik wilde niet per se een carrièrejager zijn, maar maakte desondanks een stevige ontwikkeling door. Op een gegeven moment moest ik een afdeling opbouwen waar zestig man werkzaam was. Bovendien was ik ouderling in die tijd. We leefden dan ook best wel langs elkaar heen.’’ Marjon zat thuis. ,,Drie van onze kinderen werden geboren in de eerste vier jaar. Ik was zwanger of ik was aan het herstellen. Dat was een heel drukke tijd. Gelukkig ben ik in die tijd ook actief geweest buiten huis, in de kerk. Daar heb ik vrienden leren kennen. Als dat niet gebeurd was, was het misschien niet goed gegaan.’’
 
Bijzonder
In de periode 1997 tot 1999 - met 1998 als ‘een bijzonder jaar’ - volgde een serie gebeurtenissen waardoor de relatie van Jan-Willem en Marjon in een heel ander daglicht kwam te staan. Ervaringen die ze duidelijk hebben gezien als het werk van God in hun leven.
Jan-Willem: ,,Ik weet nog dat ik thuiskwam uit mijn werk, vlak voordat we op vakantie zouden gaan. Dat ging lekker efficiënt: meteen de vouwwagen inpakken, twee uurtjes rusten en ‘s nachts rijden.’’ Het mislukte faliekant. Eenmaal op de camping, nadat de tent was opgezet, zakte Jan-Willem als een plumpudding in elkaar. ,,Ik was helemaal uitgeblust en heb twee dagen vrij veel geslapen. Dat heeft ons veel gespreksstof opgeleverd. Samen hebben we geconcludeerd dat ik met dit werk moest stoppen. Ik had nog net geen burn-out. Ik denk dat ik daarvoor gespaard ben gebleven.’’
In diezelfde tijd lag de opa van Jan-Willem op sterven. ,,Hij had kanker en worstelde met doodgaan.’’ Jan-Willem en Marjon bezochten hem op een avond in het ziekenhuis. De opening kwam door een simpel gebed van hun toen zevenjarige zoon Erik. Jan-Willem: ,,Opa was daar zo van onder de indruk dat we aan de praat raakten over het geloof. Op zijn verzoek heb ik toen voorgelezen uit de Bijbel. Met schroom las ik uit Jesaja 55, wat ik die ochtend in mijn stille tijd gelezen had. Hij vroeg: wat moet een man die gaat sterven daarmee? We kregen, ondanks zijn doofheid, een emotioneel gesprek over het geloof. Ik hoorde later van familie dat er iets aan hem was veranderd. Dat was heel bijzonder.’’
Ook het bezoek van Jan-Willem aan een Willow Creek-conferentie bleef niet zonder gevolgen. ,,Ik ben tijdens die conferentie op mijn knieën gegaan en heb tegen God gezegd: neemt U het stuur maar over. Toen ik thuiskwam, bleek mijn werkgever failliet. De ontslagronde zou binnenkort beginnen. Ik zei: nou God, U wordt bedankt! Gelukkig is dat niet dramatisch afgelopen.’’
In die periode kwamen Jan-Willem en Marjon steeds dichter bij elkaar, mede dankzij de invloed van goede vrienden. Jan-Willem: ,,Vrienden hebben ons gered, of beter gezegd: God heeft ons op tijd vrienden gegeven. Zij vertelden ons dat ze weleens ruzie met elkaar hadden. Toen dachten wij: we zijn dus toch niet zo idioot! We merkten dat zij exact met dezelfde problemen worstelden als waar wij mee worstelden.’’
Marjon: ,,Voor ons is dat een tijd geweest dat we heel bewust met elkaar zijn gaan praten, ook met vrienden. Daarvoor liep het vaak op ruzie uit. Achteraf denk ik dat we ons niet altijd bewust waren van het feit dat we belangrijke onderwerpen ontweken.’’ Jan-Willem: ,,We deden ontzettend veel met elkaar en waren echt verliefd, maar dat wil nog niet zeggen dat je echt je hart met elkaar deelt.’’
 
Mysterie
In hun directe omgeving wordt het tweetal regelmatig geconfronteerd met gebroken huwelijken. Een van de meest pijnlijke herinneringen is wel het moment dat bekend werd dat de predikant van hun eigen kerk ging scheiden. ,,Dat was een moeilijk moment’’, weet Jan-Willem. ,,Het heeft ons gesprekken tot diep in de nacht opgeleverd.’’ Marjon: ,,Toen hebben we gemerkt dat je soms jaren met een masker op kunt lopen. Je ziet vaak wel dat het niet lekker loopt, maar je denkt: ach, laat maar.’’ ,,Toen hebben we ook tegen elkaar gezegd: daar moeten we wat aan doen’’, zegt Jan-Willem. ,,God heeft een geweldige bedoeling met het huwelijk. Iets dat we in de kerk eigenlijk helemaal niet leren.’’
Nadat in 2005 een nieuwe predikant was aangetreden, werd het onderwerp ‘huwelijk en seksualiteit’ actief op de agenda van de kerkenraad gezet. Marjon: ,,De predikant was ook al langer met het onderwerp bezig en had zelfs een eigen site ontwikkeld.’’ Na de bepaling van het beleid door de kerkenraad hebben Jan-Willem en Marjon samen met de nieuwe predikant en zijn vrouw materiaal ontwikkeld op het gebied van huwelijksvoorbereiding. Recent is het eerste vruchtbare resultaat van de drukpers gerold. Een boekje over huwelijksontwikkeling met als titel Het huwelijk: Gods idee en Gods mysterie. ,,Het gaat over Gods bedoeling met het huwelijk zoals dat wordt beschreven in Genesis: het loslaten, het hechten en één lichaam worden’’, licht Jan-Willem toe.
Inmiddels wordt in de gemeente ook hard gewerkt aan verder onderwijs over huwelijk en seksualiteit voor kinderen en jongeren. Een programma dat stapsgewijs meegroeit met de ontwikkeling. Jan-Willem: ,,Een hele levenslijn, waarin je op bepaalde momenten voorlichting krijgt vanuit de ouders en de kerk, zodat je het niet van de straat hoeft te horen.’’ Daarnaast is er in de gemeente steeds meer aandacht voor pastoraat, huwelijksvoorbereiding en huwelijksonderwijs vanaf de preekstoel. ,,Recent hield onze predikant een prekenserie waarin hij heel open was over zijn worstelingen met seksualiteit’’, vertelt Jan-Willem ,,Niet iedereen kon dat waarderen.’’ Lachend: ,,Achteraf kwamen er zelfs jongeren naar ons toe die aangaven dat ze dat niet hoefden te horen.’’
 
Openheid
Toch geloven Jan-Willem en Marjon dat openheid een belangrijk middel is om - met name - jongeren bewust te maken van de waarde van het huwelijk. ,,We mogen af en toe best laten merken dat het in een relatie tussen man en vrouw niet alleen rozengeur en maneschijn is’’, aldus Marjon. ,,Mensen kunnen daar enorm mee geholpen zijn.’’
Het is een van de redenen waarom het tweetal in 2000 betrokken raakte bij de huwelijksvoorbereidingsconferenties van ‘Ready to Marry’ van de EO, waar Jan-Willem sinds 1999 werkzaam is. Het was een stap die ook hun eigen relatie een flinke boost heeft gegeven. Jan-Willem: ,,De eerste keer dat we leiding gaven aan een gespreksgroep tijdens een Ready to Marry-conferentie was voor ons een enorme eyeopener. We wilden anderen laten leren van wat wij zelf hadden meegemaakt. Dat we dingen konden benoemen, dat was voor ons weer enorme leerstof.’’ Marjon: ,,We hebben gemerkt, doordat we openhartig over ons leven spraken, dat de jongeren aan onze lippen hingen. Eindelijk iemand die niet de schone schijn ophoudt!’’
 
,,In de kerk bestaat er een soort virtueel ideaalplaatje’’, vult Jan-Willem aan. ,,Zoals: je hebt geen seks voor het huwelijk. De werkelijkheid voor jongeren is: je bent ‘gek’ als je het nog niet gedaan hebt. Dat is een enorm spanningsveld, jongeren worstelen daarmee.’’ Marjon: ,,Neem een onderwerp als samenwonen: het mag niet, maar niemand weet waarom, omdat er in de kerk niet over gesproken wordt.’’ Jan-Willem: ,,Het worden een soort farizeïsche regels. God zegt niet: je mag geen seks hebben. Het is juist een gave, maar het hoort thuis in de context van intimiteit met je partner. Het is iets kostbaars, iets breekbaars. In het dagelijks leven worden we geconfronteerd met een hoop rommel. Seks is verworden tot een lustmiddel. Zo heeft God het niet bedoeld.’’
Het is een reden te meer waarom juist in de kerk en in gezinnen meer openheid zou moeten zijn, aldus Jan-Willem. ,,Het gezin is de kleinste cel van het Lichaam van Christus. Dat zou een veilige plek moeten zijn. Dat geldt ook voor de kerk, de grotere cel van hetzelfde Lichaam. Laten we onze maskers afzetten en streven naar een cultuur van openheid.’’ Marjon: ,,Laat het een plek zijn waar liefde heerst, waar mensen zichzelf kunnen zijn en terechtkunnen met hun problemen.’’
 
 
Dit artikel is verschenen in CV·Koers juli 2007

 

—————

Terug